Het programma Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) is in 2008
gestart als onderdeel van het programma Vernieuwing Rijksdienst (VRD). VRD is een Rijksbreed programma door premier Balkenende gestart om de Rijksdienst compacter en efficiënter te maken. Pieter Meijer, programma-manager PDOK, organiseerde voor het programma meerdere sessies met LEF. “De kracht van LEF is een degelijke voorbereiding waarin alle
belangrijke spelers worden betrokken.”
PDOK focust zich op het verzamelen, koppelen en
delen van geo-informatie. Dit zijn gegevens zoals
de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG),
het Actueel Hoogtebestand Nederland (HAN),
wijk- en buurtgegevens waarin de bevolkingssamenstelling
is vastgelegd, de bestanden over
natuurbeschermingsgebieden en het Nationaal
Wegen Bestand (NWB).
Rijker dan Google Maps
“Je zou PDOK kunnen zien als een alternatief dat
de Rijksoverheid ontwikkelt voor Google Maps”,
legt Pieter uit. “Maar dan rijker, want de overheid
heeft veel meer geo-informatie en zonder privacyissues
en ongewenste reclame. Het gaat om de
gezamenlijke gegevens van een aantal overheidspartijen.
Het Kadaster, de ministeries van Economie,
Landbouw en Innovatie, Infrastructuur en
Milieu, Geonovum en Rijkswaterstaat ontwikkelen
samen de PDOK- voorziening en de bijbehorende
dienstverlening (www.pdok.nl) om optimaal
samen te werken en de burger te bedienen.”
Uitgesproken commitment
Pieter organiseerde voor het programma PDOK
meerdere sessies met LEF. “Vorig najaar kwamen
we op een punt dat we commitment van het
bestuur nodig hadden om de laatste fase van het
programma goed af te ronden. Die toezegging
was wat onder druk komen te staan door allerlei
kleine dingen; er werd niet goed geleverd, er
waren twijfels over de samenwerking en over de
toegevoegde waarde van het programma voor de
verschillende organisaties. Dankzij een heel intensieve
dag bij LEF voor de mensen op de werkvloer,
de tactische laag daarboven en de bestuurders, is
het gelukt om een uitgesproken en doorleefd
commitment te krijgen.”
Verrassende informatie
Voor het vormgeven van die samenwerking volgde
een sessie over samenwerken in de keten. Pieter:
“Door programmateams op de diverse onderdelen
te zetten, werden vraag en aanbod transparanter
en konden we onderzoeken welke acties nodig
waren om die samenwerking te verbeteren.”
Daarna werd een sessie georganiseerd waarin
het team aan de hand van een organisatieopstelling
onderzocht hoe de verschillende partijen ten
opzichte van elkaar stonden en hoe ze bepaalde
krachtenvelden anders konden inzetten ten
behoeve van de samenwerking. “Met een organisatieopstelling
kijk je naar de organisatie als
groter geheel. Dat werkt goed als de mensen die
je opstelt geen kennis hebben van het programma
of de organisaties. Het fascinerende is dat mensen,
op het moment dat je ze in een bepaald
krachtenveld zet, informatie geven die ze eigenlijk
niet zouden kunnen hebben. Maar omdat zij het
desbetreffende krachtenveld blijkbaar goed kunnen
‘lezen’, geeft dat verrassende nieuwe inzichten
worden bestaande inzichten bevestigd. En dat
heb ik weer kunnen gebruiken in het traject daarna.”
Met een stap terug toch succes
“De LEF-sessies laten zien dat de samenwerking
zoals we die oorspronkelijk hadden ingestoken,
net een paar stappen te ver was”, merkt Pieter
op. “De cultuur van de organisatie was nog niet
rijp voor wat we in gedachten hadden. En dat betekent
dat we voor de afrondende fase waarin we
nu zitten, een stap terug moeten doen. Als we op
een iets andere manier samenwerken, zullen we
die successen alsnog boeken.”
Gerichte interventie
De sessies bij LEF waren een gerichte interventies
in het PDOK-programma. Mede hierdoor ontstond
het inzicht dat de manier van samenwerken niet
paste en dat daardoor het programma niet verder
kwam. Pieter: “De kracht van LEF is een degelijke
voorbereiding waarin alle belangrijke spelers
worden betrokken. LEF kijkt naar het proces
waarin zij kan faciliteren en helpt het de goede
kant op. Dat is erg goed gelukt.”